Naast het condoom en de pil zijn er nog meer vormen van anticonceptie die ervoor zorgen dat je niet zwanger wordt. In dit artikel leggen wij je alles uit over het hormoonstaafje, de prikpil en het vrouwencondoom!
Hormoonstaafje
Het hormoonstaafje is een dun, soepel staafje van 4 centimeter lang. De huisarts plaatst dit staafje vlak onder de huid van je bovenarm. Het hormoonstaafje geeft steeds een klein beetje van het hormoon progestageen af aan je lichaam. Het staafje wordt na 3 jaar door de huisarts verwijdert.
Progestageen zorgt ervoor dat je geen eisprong hebt. Het slijm aan het begin van je baarmoedermond wordt dikker, hierdoor komt het zaad daar minder goed doorheen. Ook kan een bevrucht eitje zich niet vastmaken in je baarmoeder.
De eerste maanden na het plaatsen van het staafje kan je onregelmatig ongesteld zijn. Hierna verdwijnt je ongesteldheid of je houdt onregelmatig een klein beetje bloedverlies. Als je het staafje eruit laat halen, komt je ongesteldheid meestal snel terug.
Bij het hormoonstaafje kun je 1 of meer bijwerkingen hebben. Enige bijwerkingen zijn: hoofdpijn, pijn in je borsten, haaruitval, acne, lichte invloed op je stemming. Als je bijwerkingen hebt, verdwijnen ze vaak binnen 3 maanden. Je kunt ook nergens last van hebben.
Na het plaatsen, moet je de eerste 7 dagen een condoom gebruiken als je seks hebt.
Prikpil
Er zijn twee verschillende prikpillen: de prikpil die de assistente spuit. Deze wordt elke 12 weken in de spier van je bil gespoten. En de prikpil die je zelf spuit. Deze spuit je zelf elke 13 weken onder je huid.
Progestageen zorgt ervoor dat je geen eisprong hebt. Het slijm aan het begin van je baarmoedermond wordt dikker, hierdoor komt het zaad daar minder goed doorheen. Ook kan een bevrucht eitje zich niet vastmaken in je baarmoeder.
De eerste maanden na het plaatsen van het staafje kan je onregelmatig ongesteld zijn. Hierna verdwijnt je ongesteldheid of je houdt onregelmatig een klein beetje bloedverlies. Als je stopt met de prikpil kan het 6 tot 12 maanden duren voordat je weer regelmatig ongesteld wordt.
Bij de prikpil kun je 1 of meer bijwerkingen hebben. Bijvoorbeeld: hoofdpijn, zwaarder worden, pijn in je borsten, haaruitval en puistjes. Als je bijwerkingen hebt, verdwijnen ze vaak na de 2e prik. Je kunt ook nergens last van hebben. Als je jonger dan 18 bent, groeien je botten nog. Met de prikpil worden je botten misschien minder sterk.
Je krijgt de eerste prikpil tussen de eerste en vijfde dag van je ongesteldheid. Dan ben je meteen beschermd tegen zwangerschap.
Vrouwencondoom
Een vrouwencondoom is een plastic hoesje. Het hoesje stop je in je vagina voordat je seks hebt. Het condoom vangt het sperma op bij het klaarkomen. Hierdoor kan het zaad niet verder naar binnen. Dat beschermt tegen zwanger worden. De penis komt niet tegen het slijmvlies van je vagina. Dat beschermt tegen de meeste soa’s.
Hoe gebruik je het vrouwencondoom?
Wanneer je het pakje openmaakt, moet je oppassen met scherpe nagels en ringen. Het condoom kan daardoor kapotgaan. Doe het condoom in je vagina voordat je seks hebt.
Het condoom heeft twee buigzame ringen. De kleine ring op de bodem van het zakje duw je diep in je vagina. De grotere ring rond de opening van het zakje blijft buiten je vagina. Het condoom vangt het zaad op. Als je partner is klaargekomen, haal je het condoom uit je vagina. Knijp bij het eruit halen het condoom dicht, zodat het zaad er niet uitkomt. Gooi het hierna weg in de prullenbak.
Let op: de prikpil en het hormoonstaafje zorgen er alleen voor dat je niet zwanger wordt. De voorbehoedsmiddelen beschermen dus niet tegen soa’s. Het vrouwencondoom beschermt daarentegen wel tegen soa’s.